Menu Djokja Volgende - Waarde Vorige - Tentoonstellingen Kennis van Djokjazilver


Voor de tentoonstelling in het Tropenmuseum is Pienke Kal afgereisd naar Indonesië om te onderzoeken welke informatie nog kon worden opgespoord en gecontroleerd bij de zilverindustrie in Kotagede. Er bleek teleurstellend weinig tastbaars van over te zijn. Veel van de oude zilversmeden zijn intussen overleden. Hoewel werkplaatsen vaak door de kinderen en medewerkers zijn voortgezet, is de kennis van de oude technieken en ontwerpen sterk afgenomen. Van de geschiedenis kan men niet veel meer vertellen. Er is ook geen interesse voor. Men heeft genoeg aan de dagelijkse beslommeringen rond de broodwinning en praten over vroeger levert niets op.
Wellicht dat een dergelijk onderzoek dertig jaar eerder nog een kans gehad zou hebben.

Het is zeker dat er behalve naar modellen en catalogi ook naar ontwerpen op papier is gewerkt. Ook hiervan is nagenoeg niets meer terug te vinden. Er zijn in de tropen totaal andere omstandigheden als die wij hier gewend zijn, zowel qua organisatie als wat het klimaat betreft. Papier (en ook andere natuurproducten als textiel en hout) zijn zeer gevoelig voor warmte, licht en vocht, zodat men dingen moeilijker kan bewaren dan in Nederland, waar zich het zilver zelf bevindt, dat nu juist zeer goed tegen die factoren bestand is en ons daardoor nog altijd overal omringt. En anders dan bij een velletje papier, heeft men bij zilver nooit de neiging om iets weg te gooien. Zelfs de mensen die er niets in zien en er geen enkele waardering voor kunnen opbrengen blijven alles bewaren, ook al ligt het al tientallen jaren in een kist op zolder.

Veel kennis van djokja zullen we voorlopig moeten afleiden uit de voorwerpen zelf die we hier hebben. Voor een zo goed mogelijk oordeel is een zo groot mogelijk overzicht gewenst. Dat betekent dat samenwerking tussen de verschillende verzamelaars een belangrijke voorwaarde is om tot een dieper inzicht te komen.

Hopelijk zijn zoveel mogelijk mensen doordrongen van het feit dat het bezit van voorwerpen van culturele (historische en kunstzinnige) aard een groot genoegen kan scheppen, maar ook morele verplichtingen met zich meebrengt. Hier geldt beslist niet dat het bezit van de zaak tegelijk het einde van het vermaak is. Maar men hoeft natuurlijk niet zelf eigenaar te zijn van iets moois om er toch van te kunnen genieten. En ook voor het bestuderen is het geen vereiste dat we zelf eigenaar van het object zijn: dan zou er van de wetenschap nog maar weinig terechtkomen.

We roepen hier dan ook op: deel uw kennis en uw plezier !

Met John Keats: A thing of beauty is a joy forever.


Boven

Menu Djokja Volgende - Waarde Vorige - Tentoonstellingen Pagina: 1 december 2006