De Prambanan
Geschiedenis
De Prambanan is de grootste Hindoe-tempel in Indonesië en bevindt zich ongeveer 17 kilometer ten oosten
van Yogyakarta in de vlakte van Prambanan.
Van de oorspronkelijke 244 tempels zijn er tot op heden slechts drie gerestaureerd. Van de overige tempels zijn de meeste
nog ruïnes.
Op het hoogst gelegen plateau staan 16 tempels bedoeld voor goden en vorsten, waarvan de drie grootste zijn gewijd
aan Shiwa, Vishnoe en Brahma, de drie belangrijkste Hindoe-goden.
De tempel van Shiwa staat in het midden, de tempel van Vishnoe staat op het noorden gericht en de tempel
van Brahma staat op het zuiden gericht.
Tegenover deze drie tempels staat weer een rij van drie kleinere tempels ter ere van de drie huisdieren van deze
goden: Nandi de stier voor Shiwa, Garoeda de adelaar voor Vishnoe en Angsa de zwaan voor Brahma.
Op een lager gelegen plateau staan 224 kleinere tempels (14m) waarvan er vele niet meer te restaureren zijn.
Op de tempel van Shiwa is het Hindoe-Boeddhistische epos de Raymayana op schitterende reliëfs afgebeeld.
Het Prambanan-complex werd gebouwd rond 850 na Christus door Rakai Pikatan, koning van de tweede dynastie
van Mataram. Het tempelcomplex werd in de dertiende eeuw verlaten en raakte beschadigd door de aardbeving in de
zestiende eeuw waardoor de gebouwen onder een dikke aslaag werden bedekt. In 1733 waren de gebouwen bedolven
onder aarde en begroeid met planten.
De Shiwa-tempel werd in 1811 herontdekt door de Britse onderzoeker Colin Mackenzie. In 1855 werd begonnen
met een grondige schoonmaak van de gebouwen en in 1919 startte het conserveren. Hendrik Pieter Berlage maakte
in 1923 een rapport ter bestudering van de Hindoe-Javaanse tempelbouw. Op basis van dit rapport zijn in 1930
de restauratiewerkzaamheden begonnen, die tot op de dag van vandaag voortduren.
Meer over de Prambanan in de Wikipedia.
Pagina: 1 december 2006