Wapen van Indonesië
Het wapen van Indonesië treffen we vaak aan op staatsgeschenken.
Afhankelijk van hun rang kregen de ontvangers serviezen, rooksets, schalen, borden of sigarettenkokers.
Er bestaan ook djokja-voorwerpen met andere wapens van de diverse Indonesische legeronderdelen.
Het wapen van Indonesië wordt de Garuda Pancasila genoemd.
De Garoeda is de gouden arend uit de Indonesische mythologie, het rijdier
van Visnu.
Hij heeft 17 veren aan iedere vleugel, 8 aan de staart en 45 aan de nek.
Dit symboliseert 17 augustus 1945, de datum waarop de onafhankelijkheid door Soekarno werd uitgeroepen.
Voor zijn borst het wapen: op dit schild staan de vijf symbolen van de Panca Sila. De kwartieren hebben de kleuren
van de Indonesische vlag.
Het schild is in gebruik sinds 1 februari 1950.
Dit zijn de vijf grondbeginselen waarop de Staat is gegrondvest.
De Ster (Bintang): Geloof in één God. Op basis van dit principe worden de monotheïstische wereldgodsdiensten
ook het Hindoeïsme en het Boeddhisme erkend, zij het met enige aanpassingen om aan de eis van "het geloof
aan één God" te voldoen.
De Kop van de Buffel (Banteng): Democratie geleid door wijsheid, overleg en vertegenwoordigers. Dit principe
staat voor de vertegenwoordiging van het volk in het hoogste staatsorgaan.
De Waringin (een reusachtige boom met luchtwortels, die in een aantal gebieden van Indonesië als heilig
wordt beschouwd): Eénheidstaat Indonesië. Dit principe verwacht van alle burgers dat ze zich, op grond van
huidskleur of ras, niet superieur voelen aan andere etnische groepen. Bovendien zijn regionale en etnische belangen
ondergeschikt aan staatsbelangen. Het principe gaat uit van liefde en nationalistische gevoelens voor het land.
De Gesloten Ketting: Rechtvaardigheid, Beschaving en Menselijkheid. Met dit principe wordt het streven
naar tolerantie, samenhorigheid en de gelijkheid tussen het Indonesische volk en de andere volkeren en staten in de
wereld tot uitdrukking gebracht.
De Twijgjes Rijst en Katoen: Geloof in de sociale rechtvaardigheid van het gehele volk. Deze symbolen verwijzen naar
de voeding en kleding van welvaart. Daarom moeten de natuurlijke rijkdommen van het land tot algemeen nut worden
aangewend.
De Garuda heeft in zijn klauwen de spreuk Bhinneka Tunggal Ika (eenheid in verscheidenheid).
Het wapen van Indonesië werd ontworpen door de bekende Nederlandse heraldicus Dirk Rühl, ook op
aanwijzingen van Soekarno zelf, en is in 1950 in gebruik genomen. De wet hierover dateert van 1951. Vaak wordt
als officiële ontwerper de naam van de Indonesische historicus Muhammed Yamin genoemd.
De vlag van Indonesië
De nationale vlag van Indonesië (Sang Saka Merah Putih) is een eenvoudige tweekleurige vlag met twee gelijke horizontale
banden, rood (bovenkant) en wit. Zijn kleuren zijn afgeleid van de kleuren van het Majapahitrijk uit de veertiende eeuw, maar
daarvóór was de rood-witte vlag al in 1294 voor het eerst genoemd.
Het rood staat voor moed en het wit voor puurheid en eerlijkheid. De vlag werd in 1922 voor het eerst weer gebruikt door
studenten (van het in Nederland opgerichte Indonesisch Genootschap) en werd daarna in 1928 door de nationalisten van de
Indonesische Nationale Partij overgenomen. Na de Tweede Wereldoorlog verklaarden de Indonesische nationalisten hun
onafhankelijkheid en werd de vlag aangenomen als nationale vlag van de nieuwe Republiek.
Pagina: 1 december 2006