Gebruikte Motieven
Een aantal vaste motieven keert steeds terug in djokjavoorwerpen:
Lotusbloem (gestileerde figuren hiervan afgeleid: (knop, bloem, blad, stengels en wortels)
Pauwen (dubbele en enkele)
Wajangfiguren
Geometrische figuren van bv. Islamitische oorsprong
Wapen van Indonesië, dus van 1949 of later
Landkaart (Nederlands-Indië en Indonesië)
De kalakop (een masker van een monsterleeuw) is een bekend motief, vooral ook op Bali komt dit algemeen voor.
Olifanten, palmbomen, goden en mensfiguren zien we veel op zilver uit India en Thailand. Een enkele keer op djokja.
Dierfiguren komen veel voor op balinees zilver, maar weinig in djokja.
We denken dat Jugendstil nauwelijks van invloed geweest is op de al in
gebruik zijnde motieven in Kota Gede.
Verder bestaat er ook djokja dat geheel onbewerkt is. Bij djokja dat in opdracht gemaakt is kunnen alle denkbare
figuren zijn gebruikt.
Niet alle motieven zijn altijd even populair geweest. Sommige (of de uitvoering ervan) geven een indicatie van
de tijd waarin het gemaakt is.
Soms is niet heel duidelijk welke bloem wordt afgebeeld: de figuren zoals ze ons getoond worden zijn gestileerd en
komen in werkelijkheid niet zo in de natuur voor. Er worden wel eens rozen afgebeeld, maar niet vaak. Het zilver vol
met rozen en engeltjes is doorgaans afkomstig uit Duitsland, Frankrijk, Engeland enz.
De lotusfiguren en geometrische patronen maken deel uit van de oosterse cultuur en komen daarom in heel
Zuid-Oost-Azië voor in onder andere beeldhouwwerk, textiel, vlechtwerk, hout, koper en zilver.
Pagina: 27 januari 2007